Informatie over het woord build (Engels → Esperanto: konstrui)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bɪld/
Afbrekingbuild
Shaw‐alfabet𐑚𐑦𐑤𐑛
Deseret‐alfabet𐐺𐐮𐑊𐐼

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) build(I) built
(thou) buildest(thou) builtst, builtest
(he) builds, buildeth(he) built
(we) build(we) built
(you) build(you) built
(they) build(they) built
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) build (I) built
(thou) build(thou) built
(he) build(he) built
(we) build(we) built
(you) build(you) built
(they) build(they) built
Gebiedende wijs
build
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
buildingbuilt

Voorbeelden van gebruik

A strong state and obedient masses are central to the idea of an India that Modī’s BJP wants to build.

Vertalingen

Esperantokonstrui
Nederduitskonstrueren
Nederlandsbouwen
Westerlauwers Friesbouwe