Informatie over het woord daily (Engels → Esperanto: ĉiutaga)

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ˈdeɪ̯lɪ/
Afbrekingdai·ly
Shaw‐alfabet𐑛𐑱𐑤𐑦

Voorbeelden van gebruik

Half the words we use in daily speech are derived from Latin.

Vertalingen

Afrikaansdaagliks
Catalaansdiari
Deensdaglig
Duitstäglich
Esperantoĉiutaga
Fransjournalier; quotidien
Italiaansquotidiano
Latijncotidianus
Nederlandsdagelijks
Papiamentskomun
Portugeesbanal; cotidiano; de cada dia; diário; ordinário; quotidiano
Roemeenszilnic
Saterfriesdeeges
Spaanscotidiano; diario
Tsjechischdenní
Westerlauwers Friesdeistich; alledeisk
Zweedsalldaglig