Informatie over het woord shit (Engels → Esperanto: feki)

Synoniemen: defecate, poop, drite

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/sɪt/
Afbrekingshit
Shaw‐alfabet𐑖𐑦𐑑

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) shit(I) shat, shit, shitted
(thou) shittest(thou) shatst, shattest, shitst, shittest, shittedst, shittedst
(he) shits, shitteth(he) shat, shit, shitted
(we) shit(we) shat, shit, shitted
(you) shit(you) shat, shit, shitted
(they) shit(they) shat, shit, shitted
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) shit (I) shat, shit, shitted
(thou) shit(thou) shat, shit, shitted
(he) shit(he) shat, shit, shitted
(we) shit(we) shat, shit, shitted
(you) shit(you) shat, shit, shitted
(they) shit(they) shat, shit, shitted
Gebiedende wijs
shit
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
shittingshat, shatten, shit, shitted

Voorbeelden van gebruik

Thanks to the marines, I no longer shit in a public toilet with any embarrassment.

Vertalingen

Catalaansanar de ventre; cagar; defecar; fer de cos
Duitsscheißen
Esperantofeki
Faeröersskíta
Finsulostaa
Fransaller à la selle; déféquer
Latijnassidere; cacare
Nederlandskakken; poepen; schijten
Papiamentskaka; pupu
Portugeesdefecar
Spaansdefecar
Sranankaka; kunkun
Thaisขี้