Informatie over het woord stir (Engels → Esperanto: instigi)

Synoniemen: encourage, impel, instigate, spur on, urge, prod, prompt, abet, whip up

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/stɜː*/
Afbrekingstir
Shaw‐alfabet𐑕𐑑𐑻
Deseret‐alfabet𐑅𐐻𐐲𐑉

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) stir(I) stirred
(thou) stirrest(thou) stirredst
(he) stirs, stirreth(he) stirred
(we) stir(we) stirred
(you) stir(you) stirred
(they) stir(they) stirred
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) stir (I) stirred
(thou) stir(thou) stirred
(he) stir(he) stirred
(we) stir(we) stirred
(you) stir(you) stirred
(they) stir(they) stirred
Gebiedende wijs
stir
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
stirringstirred

Voorbeelden van gebruik

Putting territory outside of Chechnya under the control of Kadyrov’s forces may stir local resentment and is certainly not a reasonable solution given what just happened with another private militia.

Vertalingen

Catalaansinstigar
Duitsanspornen; antreiben; aufhetzen; herausfordern; ankurbeln; anreizen; anstacheln; ermuntern; anstiften; anzetteln
Esperantoinstigi
Faeröerseggja til; elva
Finsyllyttää
Fransinciter; pousser à
Nederlandsaansporen; aanvuren; aanwakkeren; opwekken; zwepen; opzetten; opzwepen
Portugeesimpelir; incitar; instigar
Roemeensațâța; instiga; provoca
Saterfriesandrieuwe; aphisje; apiewerje; hääruutfoarderje
Spaansinstigar
Thaisชวน; ชักชวน
Westerlauwers Friesoanfiterje; oanfjurje; oanhysje; oantrune; oantrúnje; oanwakkerje