Informatie over het woord bite (Engels → Esperanto: mordi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/baɪ̯t/
Afbrekingbite
Shaw‐alfabet𐑚𐑲𐑑

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) bite(I) bit
(thou) bitest(thou) bitst, bittest
(he) bites, biteth(he) bit
(we) bite(we) bit
(you) bite(you) bit
(they) bite(they) bit
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) bite (I) bit
(thou) bite(thou) bit
(he) bite(he) bit
(we) bite(we) bit
(you) bite(you) bit
(they) bite(they) bit
Gebiedende wijs
bite
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bitingbitten

Voorbeelden van gebruik

It might bite him.

Vertalingen

Afrikaansbyt
Albaneeskafshoj
Catalaansmossegar
Deensbide
Duitsbeißen
Engels (Oudengels)bitan
Esperantomordi
Faeröersbíta
Finspurra
Fransmordre
Hawaiaansnahu; nanahu; ʻaki; ʻakina; ʻaʻaki
IJslandsbíta
Italiaansmordere
Jamaicaans Creoolsbait
Jiddischבײַסן
Latijnmordere
Luxemburgsbäissen
Maleismenggigit; gigit
Nederlandsbijten; happen
Noorsbite
Papiamentsmorde
Poolsgryźć
Portugeesmorder
Russischкушать
Saterfriesbiete
Schots-Gaelischbid
Spaansmorder
Srananbeti
Tsjechischkousat
Westerlauwers Friesbite
Zweedsbita; nappa