Informatie over het woord trace (Engels → Esperanto: paŭsi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/tɹeɪ̯s/
Afbrekingtrace
Shaw‐alfabet𐑑𐑮𐑱𐑕

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) trace(I) traced
(thou) tracest(thou) tracedst
(he) traces, traceth(he) traced
(we) trace(we) traced
(you) trace(you) traced
(they) trace(they) traced
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) trace (I) traced
(thou) trace(thou) traced
(he) trace(he) traced
(we) trace(we) traced
(you) trace(you) traced
(they) trace(they) traced
Gebiedende wijs
trace
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
tracingtraced

Vertalingen

Esperantopaŭsi; trakopii
Faeröersljósprenta; taka eftirmynd
Franscalquer
Nederlandscalqueren; natrekken; óvertrekken
Spaanscalcar