Informatie over het woord grow (Engels → Esperanto: forci)

Synoniemen: cultivate, raise, force

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɡɹəʊ̯/
Afbrekinggrow
Shaw‐alfabet𐑜𐑮𐑴
Deseret‐alfabet𐑀𐑉𐐬

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) grow(I) grew
(thou) growest(thou) grewst, grewest
(he) grows, groweth(he) grew
(we) grow(we) grew
(you) grow(you) grew
(they) grow(they) grew
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) grow (I) grew
(thou) grow(thou) grew
(he) grow(he) grew
(we) grow(we) grew
(you) grow(you) grew
(they) grow(they) grew
Gebiedende wijs
grow
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
growinggrown

Voorbeelden van gebruik

They discovered a quantity of cannabis plants being grown in a tent inside the flat.

Vertalingen

Duitshochzüchten
Esperantoforci
Faeröersbróta seg ígjøgnum; dyrka í vakstrarhúsi
Fransforcer
Nederlandsin kassen kweken
Spaanscultivar en invernáculo