Informatie over het woord swear (Engels → Esperanto: blasfemi)

Synoniemen: blaspheme, curse, cuss

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/swɛə̯*/
Afbrekingswear
Shaw‐alfabet𐑕𐑢𐑺
Deseret‐alfabet𐑅𐐶𐐩𐑉

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) swear(I) swore /swɔː*/
(thou) swearest(thou) sworest
(he) swears, sweareth(he) swore /swɔː*/
(we) swear(we) swore
(you) swear(you) swore
(they) swear(they) swore
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) swear (I) swore
(thou) swear(thou) swore /swɔː*/
(he) swear(he) swore
(we) swear(we) swore
(you) swear(you) swore
(they) swear(they) swore
Gebiedende wijs
swear
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
sworn /swɔːn/swore

Vertalingen

Catalaansblasfemar
Deensbande
Duitslästern
Engels (Oudengels)cursian
Esperantoblasfemi
Faeröersbanna
Finsherjata
Fransblasphémer
Hongaarskáromol
IJslandsbölva
Italiaansbestemmiare
Latijnblasphemare
Nederlandsketteren
Noorsbanne
Portugeesblasfemar; maldizer; praguejar
Roemeensblasfemia; blestema; huli; înjura
Saterfrieslästerje
Spaansblasfemar
Westerlauwers Friesflokke
Zweedssvära