Informatie over het woord fish (Engels → Esperanto: fiŝkapti)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/fɪʃ/
Afbrekingfish
Shaw‐alfabet𐑓𐑦𐑖

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) fish(I) fished
(thou) fishest(thou) fishedst
(he) fishes, fisheth(he) fished
(we) fish(we) fished
(you) fish(you) fished
(they) fish(they) fished
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) fish (I) fished
(thou) fish(thou) fished
(he) fish(he) fished
(we) fish(we) fished
(you) fish(you) fished
(they) fish(they) fished
Gebiedende wijs
fish
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
fishingfished

Voorbeelden van gebruik

A lot of these fishing communities have been fishing for generations.

Vertalingen

Afrikaansvisvang
Deensfiske
Duitsfischen
Esperantofiŝkapti; fiŝi
Franspêcher
Grieksαλιεύω
Italiaanspescare
Nederlandsvissen
Papiamentspiska
Portugeespescar
Saterfriesfiskje
Schots-Gaelischiasgaich
Spaanspescar
Srananfisi
Tsjechischrybařit
Westerlauwers Friesfiskje
Zweedsfiska