Informatie over het woord teach (Engels → Esperanto: lernigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/tiːtʃ/
Afbrekingteach
Shaw‐alfabet𐑑𐑰𐑗
Deseret‐alfabet𐐻𐐨𐐽

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) teach(I) taught
(thou) teachest(thou) taughtst, taughtest
(he) teachs, teacheth(he) taught
(we) teach(we) taught
(you) teach(you) taught
(they) teach(they) taught
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) teach (I) taught
(thou) teach(thou) taught
(he) teach(he) taught
(we) teach(we) taught
(you) teach(you) taught
(they) teach(they) taught
Gebiedende wijs
teach
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
teachingtaught

Voorbeelden van gebruik

Dinah ought to have taught you better manners!
The first part of each lesson teaches vocabulary and sentence structure.

Vertalingen

Afrikaansleer
Duitsbeibringen
Esperantolernigi
Hawaiaansaʻo
Nederduitsbybrengen
Nederlandsleren; bijbrengen