Informatie over het woord Schneeflocke (Duits → Esperanto: neĝero)

Uitspraak/ˈʃneːflɔkə/
Woordsoortzelfstandig naamwoord

Voorbeelden van gebruik

Eine Junibriese ließ die Pappeln vor dem Fenster rascheln und zupfte die baumwollartigen Samenhüllen von dem Zweigen, die wie große Schneeflocken am Fenster vorbeitrieben.

Vertalingen

Engelssnowflake
Esperantoneĝero
Faeröersflykra
Fransflocon de neige
Nederlandssneeuwvlok
Portugeesfloco de neve
SaterfriesSneeflokke
Spaanscopo de nieve