Informatie over het woord Notwendigkeit (Duits → Esperanto: neceso)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtvrouwelijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefNotwendigkeitNotwendigkeiten
GenitiefNotwendigkeitNotwendigkeiten
DatiefNotwendigkeitNotwendigkeiten
AccusatiefNotwendigkeitNotwendigkeiten

Vertalingen

Engelsneed; necessity
Esperantoneceso; neceseco
Fransnécessité
Nederlandsnood; noodzaak
Papiamentsnesesidat
Spaansnecesidad
Tsjechischnutnost; potřeba