Informatie over het woord murmeln (Duits → Esperanto: murmuri)

Synoniem: murren

Uitspraak/ˈmʊrməln/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) murmele(ich) murmelte
(du) murmelst(du) murmeltest
(er) murmelt(er) murmelte
(wir) murmeln(wir) murmelten
(ihr) murmelt(ihr) murmeltet
(sie) murmeln(sie) murmelten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) murmele(ich) murmelte
(du) murmelst(du) murmeltest
(er) murmele(er) murmelte
(wir) murmeln(wir) murmelten
(ihr) murmelt(ihr) murmeltet
(sie) murmeln(sie) murmelten
Gebiedende wijs
(du) murmele
(ihr) murmelt
murmeln Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
murmelnd(haben) gemurmelt

Voorbeelden van gebruik

„Sie haben es schon bemerkt, wie?“ murmelte er.

Vertalingen

Catalaansbrogir; murmurar; remorejar
Engelsmurmur; mutter
Esperantomurmuri
Faeröersduna; illkennast; murra
Finskohista
Fransmurmurer
Nederlandsbrommen; mompelen; morren; mummelen; murmelen
Portugeesmurmurar; resmungar
Saterfriesbrumje; mäd lääsende Tunge baale; muddelje; mummelje; murje; murmelje
Spaanshablar bajo; murmurar; refunfuñar