Informatie over het woord Monat (Duits → Esperanto: monato)

Uitspraak/ˈmoːnat/
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtmanlijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefMonatMonate
GenitiefMonats, MonatesMonate
DatiefMonat, MonateMonaten
AccusatiefMonatMonate

Vertalingen

Albaneesmuaj
Catalaansmes
Deensmåned
Engelsmonth
Engels (Oudengels)monaþ
Esperantomonato
Faeröersmánaður; máni
Finskuukausi
Fransmois
Hongaarshónap
IJslandsmánuður
Italiaansmese
Jamaicaans Creoolsmont
Latijnmensis
LuxemburgsMount
Nederduitsmånd
Nederlandsmaand
Noorsmåned
Papiamentsluna
Poolsmiesiąc
Portugeesmês
Roemeenslună
Russischмесяц
SaterfriesMound
Schotsmonth
Schots-Gaelischmìos
Spaansmes
Srananmun
Swahilimwezi
Thaisเดือน
Tsjechischměsíc
Turksay
Welsmis
Westerlauwers Friesmoanne
Zweedsmånad