Informatie over het woord Sprache (Duits → Esperanto: lingvo)

Uitspraak/ˈʃpraːxə/
AfbrekingSpra·che
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtvrouwelijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefSpracheSprachen
GenitiefSpracheSprachen
DatiefSpracheSprachen
AccusatiefSpracheSprachen

Voorbeelden van gebruik

Er hat dafür gesorgt, daß in all diesen Jahren die weißrussische Sprache von der russischen verdrängt wurde.

Vertalingen

Afrikaanstaal
Albaneesgjuhë
Catalaansidioma; llengua
Deenssprog
Engelslanguage; tongue
Engels (Oudengels)spræc
Esperantolingvo
Faeröersmál; tungumál
Finskieli
Franslangue
Hawaiaansʻōlelo
Hongaarsnyelv
IJslandstunga
Italiaanslingua
Jamaicaans Creoolslangwij
Latijnlingua
LuxemburgsSprooch
Maleisbahasa
Nederduitsspråke
Nederlandstaal
Noorsspråk
Papiamentsabla; idioma; lenga
Portugeesidioma; língua; linguagem
Roemeenslimbă
Russischязык
SaterfriesSproake
Spaanslengua; lenguaje
Sranantongo
Swahililugha
Thaisภาษา
Tsjechischjazyk; mluva; řeč
Westerlauwers Friessprake; taal
Zweedsspråk; tungomål