Informatie over het woord Ticket (Duits → Esperanto: irbileto)

Synoniem: Fahrkarte

AfbrekingTik·ket
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtonzijdig

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefTicketTickets
GenitiefTicketsTickets
DatiefTicketTickets
AccusatiefTicketTickets

Voorbeelden van gebruik

Nicht einmal die Tatsache, daß das falsche Ticket mehr gekostet hat als die richtige Fahrkarte, hat die Bahn zum Einlenken gebracht.

Vertalingen

Afrikaanskaartjie
Engelsticket
Esperantoirbileto; veturbileto
Fransbillet d’aller; billet
Nederlandskaartje; plaatsbewijs; plaatskaart; ticket; passagebiljet