Informatie over het woord trauen (Duits → Esperanto: fidi)

Synoniemen: sich verlassen auf, vertrauen

Uitspraak/ˈtraʊ̯ən/
Afbrekingtrau·en
Woordsoortwerkwoord

Voorbeelden van gebruik

Sie traute ihnen nicht und wollte mit ihnen nichts zu schaffen haben.

Vertalingen

Afrikaansvertrou
Catalaanscreure; fiar‐se; tenir confiança
Deenshave tillid til
Engelstrust
Esperantofidi; fidi al; fidi je; konfidi
Faeröerslíta; líta á
Finsluottaa
Fransse fier; se fier à
IJslandshafa mikið traust á
Nederlandsfiducie hebben in; vertrouwen; vertrouwen hebben in; vertrouwen stellen in; zich verlaten op; vertrouwen op
Noorsha tillit til
Portugeester fé
Roemeensavea încredere; se încrede
Saterfriesfertrjoue; reekenje; sik ferläite ap
Spaanscontar con; fiarse de
Srananfurtrow
Westerlauwers Friesfertrouwe
Zweedsha förtroende för