Informatie over het woord auflesen (Duits → Esperanto: kolekti)

Synoniemen: sammeln, einsammeln, einziehen, eintreiben, erheben, zusammenbringen

Uitspraak/ˈaʊfleːzən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) lese auf(ich) lase auf
(du) liest auf(du) lasest auf, last auf
(er) liest auf(er) lase auf
(wir) lesen auf(wir) lasen auf
(ihr) lest auf(ihr) last auf
(sie) lesen auf(sie) lasen auf
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) lese auf(ich) läse auf
(du) lesest auf(du) läsest auf
(er) lese auf(er) läse auf
(wir) lesen auf(wir) läsen auf
(ihr) leset auf(ihr) läset auf
(sie) lesen auf(sie) läsen auf
Gebiedende wijs
(du) lese auf
(ihr) lest auf
lesen Sie auf
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
auflesend(haben) aufgelesen

Vertalingen

Afrikaansversamel
Albaneesmbledh
Catalaanscollir; compilar; agruparcol·leccionar; col·lectar; recollir
Deenssamle
Engelsgather; assemble; raise
Engels (Oudengels)gaderian; gædrian; lesan
Esperantokolekti
Faeröerssavna
Finskerätä
Franscollectionner; ramasser; rassembler; recueillir
Grieks (Oudgrieks)ἀθροίζω
Italiaansraccogliere
Luxemburgssammelen
Maleiskumpulkan; mengumpulkan
Nederlandsverzamelen
Papiamentskolektá
Portugeescolher
Roemeenscolecta; culege; aduna
Russischсобирать; собрать
Saterfriesiensammelje; sammelje
Schotsgaither
Spaanscoleccionar
Sranandyunta
Thaisเก็บ
Tsjechischsbírat
Turksbiriktirmek; toplamak
Westerlauwers Friessammelje
Zweedsförsamla; samla