Informatie over het woord betreten (Duits → Esperanto: suriri)

Synoniemen: besteigen, beschreiten

Uitspraak/bəˈtreːtən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) betrete(ich) betrat
(du) betrittst(du) betratest, betratst
(er) betritt(er) betrat
(wir) betreten(wir) betraten
(ihr) betretet(ihr) betratet
(sie) betreten(sie) betraten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) betrete(ich) beträte
(du) betretest(du) beträtest
(er) betrete(er) beträte
(wir) betreten(wir) beträten
(ihr) betretet(ihr) beträtet
(sie) betreten(sie) beträten
Gebiedende wijs
(du) betritt
(ihr) betretet
betreten Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
betretend(haben) betreten

Vertalingen

Engelstread; walk; walk upon; board
Esperantosuriri
Nederlandsbegaan; gaan
Portugeesascender; subir
Roemeensmerge pe jos; se plimba
Saterfriesbestiege
Spaansmontar