Informatie over het woord abfliegen (Duits → Esperanto: ekflugi)

Synoniemen: zu fliegen beginnen, losfliegen, herumfliegen

Uitspraak/ˈapfliːɡən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abfliege (ich) abflog
(du) abfliegst (du) abflogst
(er) abfliegt (er) abflog
(wir) abfliegen (wir) abflogen
(ihr) abfliegt (ihr) abflogt
(sie) abfliegen (sie) abflogen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abfliege (ich) abflöge
(du) abfliegest (du) abflögest
(er) abfliege (er) abflöge
(wir) abfliegen (wir) abflögen
(ihr) abflieget (ihr) abflöget
(sie) abfliegen (sie) abflögen
Gebiedende wijs
(du) fliege ab
(ihr) abfliegt
abfliegen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abfliegend(sein) abgeflogen

Vertalingen

Engelstake wing; take flight
Esperantoekflugi
Franss’envoler
Nederlandsopstijgen