Informatie over het woord werden (Duits → Esperanto: fariĝi)

Synoniemen: vor sich gehen, geschehen, sich abspielen

Uitspraak/ˈvɛrdən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) werde(ich) wurde, ward
(du) wirst(du) wurde, wardst
(er) wird(er) wurde, ward
(wir) werden(wir) wurden
(ihr) werdet(ihr) wurdet
(sie) werden(sie) wurden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) werde(ich) würde
(du) werdest(du) würdest
(er) werde(er) würde
(wir) werden(wir) würden
(ihr) werdet(ihr) würdet
(sie) werden(sie) würden
Gebiedende wijs
(du) wird
(ihr) werdet
werden Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
werdend(sein) gewurden

Vertalingen

Afrikaansword
Engelsget
Esperantofariĝi
Nederduitsgeböären
Nederlandsgebeuren
Saterfriesfoarkuume; geböäre; toustande kuume; wäide