Informatie over het woord abfluchten (Duits → Esperanto: ebenigi)

Synoniemen: ebnen, einebnen, gleichmachen, planieren, schlichten, abgleichen, gleichschlagen

Uitspraak/ˈapflʊxtən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abfluchte (ich) abfluchtete
(du) abfluchtest (du) abfluchtetest
(er) abfluchtet (er) abfluchtete
(wir) abfluchten (wir) abfluchteten
(ihr) abfluchtet (ihr) abfluchtetet
(sie) abfluchten (sie) abfluchteten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abfluchte (ich) abfluchtete
(du) abfluchtest (du) abfluchtetest
(er) abfluchte (er) abfluchtete
(wir) abfluchten (wir) abfluchteten
(ihr) abfluchtet (ihr) abfluchtetet
(sie) abfluchten (sie) abfluchteten
Gebiedende wijs
(du) fluchte ab
(ihr) abfluchtet
abfluchten Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abfluchtend(haben) abgefuchtet

Vertalingen

Engelseven; level; flatten; roll; smooth
Esperantoebenigi
Nederlandseffenen; gelijkmaken; slechten
Portugeesalisar; aplanar; nivelar
Saterfriesieuwen moakje; liekje; sljuchtje