Informatie over het woord abhängen (Duits → Esperanto: dependi)

Uitspraak/ˈaphɛŋən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(er) abhängt (er) abhing
(sie) abhängen (sie) abhingen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(er) abhänge (er) abhinge
(sie) abhängen (sie) abhingen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abhängend(sein) abgehangen

Vertalingen

Catalaansdependre; restar; treure
Deensafhænge
Engelsrely; be dependent
Esperantodependi
Faeröersstanda til; valdast
Fransdépendre
Italiaansdipendere
Nederlandsafhankelijk zijn
Papiamentsdependé
Poolszależeć
Portugeesdepender
Saterfriesouhongje
Spaansdepender
Tsjechischzáležet; záviset