Informatie over het woord Arm (Duits → Esperanto: cirkelbrako)

Synoniemen: Ausleger, Träger, Hebel

Uitspraak/arm/
AfbrekingArm
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtmanlijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefArmArme
GenitiefArms, ArmesArme
DatiefArm, ArmeArmen
AccusatiefArmArme

Vertalingen

Esperantocirkelbrako
Nederlandsbeen; passerbeen