Informatie over het woord abfegen (Duits → Esperanto: balai)

Synoniemen: fegen, kehren, abkehren, auskehren, ausfegen, wegfegen, schippen, vor sich herfegen, hinwegfegen, beseitigen, vertreiben, hinausjagen

Uitspraak/ˈapfeːɡən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abfege (ich) abfegte
(du) abfegst (du) abfegtest
(er) abfegt (er) abfegte
(wir) abfegen (wir) abfegten
(ihr) abfegt (ihr) abfegtet
(sie) abfegen (sie) abfegten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abfege (ich) abfegte
(du) abfegest (du) abfegtest
(er) abfege (er) abfegte
(wir) abfegen (wir) abfegten
(ihr) abfeget (ihr) abfegtet
(sie) abfegen (sie) abfegten
Gebiedende wijs
(du) fege ab
(ihr) abfegt
abfegen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abfegend(haben) abgefegt

Vertalingen

Catalaansagranar; escombrar
Deensfeje
Engelssweep; whisk
Esperantobalai
Faeröerssópa
Fransbalayer
Hongaarssöpör
Nederlandsbezemen; opvegen; vegen
Papiamentsbari
Portugeesvarrer; vasculhar; vassourar
Russischзаметать; мести
Saterfriesfeegje
Schots-Gaelischsguab
Spaansbarrer
Srananfigi; sibi
Thaisกวาด
Westerlauwers Friesfeie
Zweedssopa