Informatie over het woord Mitglied (Duits → Esperanto: ano)

Synoniemen: Anhänger, Angehöriger

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtonzijdig

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefMitgliedMitglieder
GenitiefMitglieds, MitgliedesMitglieder
DatiefMitglied, MitgliedeMitgliedern
AccusatiefMitgliedMitglieder

Voorbeelden van gebruik

Und er ist ein Mitglied meiner Familie.
Für Mitglieder des Arbeitskreise ist die Teilnahme kostenfrei.

Vertalingen

Afrikaanslid
Albaneesanëtar
Deensmedlem
Engelsmember
Esperantoano; membro
Faeröersfelagi; limur
Finsjäsen
Fransadhérent; affilié; partisan
Hongaarstag
Italiaansmembro
LuxemburgsMember
Nederduitslid; lidmaat
Nederlandslid; lidmaat
Papiamentsmiembro
Portugeescidadão; membro; sócio
SaterfriesAnhonger; Meeglid
Schotsmember
Spaanspartidario
Turksaza; üye
Westerlauwers Frieslid; oanhinger