Informatie over het woord Fahrer (Duits → Esperanto: ŝoforo)

Synoniem: Chauffeur

Uitspraak/ˈfaːrər/
AfbrekingFah·rer
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtmanlijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefFahrerFahrer
GenitiefFahrersFahrer
DatiefFahrerFahrern
AccusatiefFahrerFahrer

Vertalingen

Afrikaansbestuurder
Catalaansxofer
Deenschauffør; fører
Engelsdriver
Esperantoŝoforo
Faeröersbilstjóri
Finsajaja
Franschauffeur
Italiaansautista
Maleissopir
Nederlandsbestuurder; chauffeur
Noorssjåfør
Papiamentschufùr
Portugeeschofer
SaterfriesFierder
Spaanschófer; mecánico
Turksşoför
Westerlauwers Friessjofeur
Zweedschaufför