Informatie over het woord frisch (Duits → Esperanto: vigla)

Synoniemen: aufgeweckt, flink, gewandt, hurtig, munter, wach

Uitspraak/frɪʃ/
Afbrekingfrisch
Woordsoortbijvoeglijk naamwoord

Vertalingen

Catalaansanimat; despert; espavilat; llest; vigorós; viu; vivaç
Deenslivlig
Engelslively
Esperantovigla
Faeröerskátur; lívligur; vakin
Fransactif; alerte; vif; vigilant
Hongaarsélénk
Nederlandsdruk; kras; kwiek; levendig; opgewekt; rap; tierig; vief; wakker; geanimeerd
Portugeeságil; alerta; animado; bem disposto; expedito; vigoroso; vivo
Russischбодрый
Saterfriesfrisk; gewant; kittich; munter; woak
Spaansacalorado; animado; avispado; vivaz
Westerlauwers Friesfyf; kibich
Zweedslivaktig; livlig