Informatie over het woord Arbeit (Duits → Esperanto: tasko)

Synoniemen: Aufgabe, Pensum

Uitspraak/ˈarbaɪt/
AfbrekingAr·beit
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtvrouwelijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefArbeitArbeiten
GenitiefArbeitArbeiten
DatiefArbeitArbeiten
AccusatiefArbeitArbeiten

Voorbeelden van gebruik

Der Mondstaub verstopfte ihre Instrumente und behinderte die Arbeiten.

Vertalingen

Afrikaanstaak
Catalaansdeures escolars; tasca
Deensopgave
Engelsjob
Esperantotasko
Faeröersfyrisetningur; treyt; verkevni
Fransdevoir; tâche
Grieksαγγαρεία
Italiaanscompito
Nederlandskarwei; klus; opgave; taak
Poolspraca
Portugeescarga; empreitada; encargo; gravame; incumbência; tarefa
SaterfriesApgoawe; Oarbaid; Pensum
Spaanstarea