Informatie over het woord abschneiden (Duits → Esperanto: amputi)

Synoniemen: abnehmen, amputieren

Uitspraak/ˈapʃnaɪdən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abschneide (ich) abschnitt
(du) abschneidest (du) abschnittest , abschnittst
(er) abschneidet (er) abschnitt
(wir) abschneiden (wir) abschnitten
(ihr) abschneidet (ihr) abschnittet
(sie) abschneiden (sie) abschnitten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) abschneide (ich) abschnitte
(du) abschneidest (du) abschnittest
(er) abschneide (er) abschnitte
(wir) abschneiden (wir) abschnitten
(ihr) abschneidet (ihr) abschnittet
(sie) abschneiden (sie) abschnitten
Gebiedende wijs
(du) schneide ab
(ihr) abschneidet
abschneiden Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abschneidend(haben) abgeschnitten

Vertalingen

Catalaansamputar
Deensamputere
Engelsamputate
Esperantoamputi
Fransamputer
Grieksακρωτηριάζω; αποκόπτω
Hongaarsamputál
Italiaansamputare
Latijnamputare
Nederlandsafzetten; amputeren
Papiamentsamputá
Portugeesamputar
Russischампутировать; ампутацировать
Saterfriesamputierje; ounieme; ousniede
Spaansamputar
Tsjechischamputovat
Turksbir uzvu kesmek
Westerlauwers Friesôfsette; amputearje