Informatie over het woord Spitze (Duits → Esperanto: punto)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtvrouwelijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefSpitzeSpitzen
GenitiefSpitzeSpitzen
DatiefSpitzeSpitzen
AccusatiefSpitzeSpitzen

Vertalingen

Catalaanspunta
Engelslace
Esperantopunto
Faeröersknipplingur
Fransdentelle
Nederlandskant
Noorskniplinger
Portugeesrenda
SaterfriesSpitse; Timpe; Top
Spaansencaje; puntilla
Zweedspund