Informatie over het woord Person (Duits → Esperanto: persono)

Uitspraak/pɛrˈzoːn/
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtvrouwelijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefPersonPersonen
GenitiefPersonPersonen
DatiefPersonPersonen
AccusatiefPersonPersonen

Voorbeelden van gebruik

Die Reisen in diesem Magasin sind im allgemeinen für Personen mit eingeschränkter Mobilität nicht geeignet.

Vertalingen

Afrikaanskarakter
Catalaanspersona
Deensperson
Engelsperson
Esperantopersono
Faeröerspersónur; menniskja
Finshenkilö
Franspersonnage; personne
Hongaarsember; személy
IJslandspersóna; maður
Italiaanspersona
Jiddischמענטש
Latijnpersona
LuxemburgsPersoun; Personnage
Nederduitspersoon
Nederlandspersonage; persoon
Noorsperson
Papiamentspersona
Poolsosoba
Portugeespersonagem; pessoa
Roemeenspersoană
SaterfriesPerson
Spaanspersona
Sranansma; suma
Swahilimtu
Thaisคน
Tsjechischčlověk; osoba; postava
Turkskişi; şahıs
Welsperson
Westerlauwers Friespersoan
Zweedsperson