Informatie over het woord verletzen (Duits → Esperanto: ofendi)

Synoniemen: beleidigen, kränken

Uitspraak/fɛrˈlɛtsən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) verletze(ich) verletzte
(du) verletzt(du) verletztest
(er) verletzt(er) verletzte
(wir) verletzen(wir) verletzten
(ihr) verletzt(ihr) verletztet
(sie) verletzen(sie) verletzten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) verletze(ich) verletzte
(du) verletzest(du) verletztest
(er) verletze(er) verletzte
(wir) verletzen(wir) verletzten
(ihr) verletzet(ihr) verletztet
(sie) verletzen(sie) verletzten
Gebiedende wijs
(du) verletze
(ihr) verletzt
verletzen Sie
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verletzend(haben) verletzt

Vertalingen

Catalaansofendre
Deensfornærme
Engelshurt
Esperantoofendi
Faeröersgera firtnan; misbjóða; skemma
Fransoffenser
IJslandsmóðga
Italiaansinsultare; offendere
Luxemburgsbeleedegen; beleidegen
Nederlandsbeledigen; grieven; krenken; kwetsen; verongelijken; onrecht aandoen
Noorsfornærme
Papiamentsofendé
Poolsobrażać
Portugeesinjuriar; ofender; ultrajar
Saterfriesbeseerje; kroanke
Spaansofender
Srananafrontu
Tsjechischranit
Turksacıtmak
Westerlauwers Friesmisledigje
Zweedsförnärma; förölämpa