Informatie over het woord gelingen (Duits → Esperanto: esti sukcesa por)

Uitspraak/ɡəˈlɪŋən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) gelinge(ich) gelang
(du) gelingst(du) gelangst
(er) gelingt(er) gelang
(wir) gelingen(wir) gelangen
(ihr) gelingt(ihr) gelangt
(sie) gelingen(sie) gelangen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ich) gelinge(ich) gelänge
(du) gelingest(du) gelängest
(er) gelinge(er) gelänge
(wir) gelingen(wir) gelängen
(ihr) gelinget(ihr) gelänget
(sie) gelingen(sie) gelängen
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
gelingend(sein) gelungen

Voorbeelden van gebruik

Vielleicht gelingt es uns gemeinsam, etwas dagegen zu unternehmen.

Vertalingen

Esperantoesti sukcesa por
Nederduitslüken
Nederlandsgelukken; lukken