Informasie oor die woord gelingen (Duits → Esperanto: prosperi)

Sinonieme: gedeihen, geraten, glücken, prosperieren

Uitspraak/ɡəˈlɪŋən/
Woordsoortwerkwoord

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ich) gelinge(ich) gelang
(du) gelingst(du) gelangst
(er) gelingt(er) gelang
(wir) gelingen(wir) gelangen
(ihr) gelingt(ihr) gelangt
(sie) gelingen(sie) gelangen
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ich) gelinge(ich) gelänge
(du) gelingest(du) gelängest
(er) gelinge(er) gelänge
(wir) gelingen(wir) gelängen
(ihr) gelinget(ihr) gelänget
(sie) gelingen(sie) gelängen
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
gelingend(sein) gelungen

Vertalinge

Afrikaansfloreer
Engelsbe succesful; prosper; flourish; thrive
Esperantoprosperi; flori
Faroëeseydnast; trívast
Fransprospérer
Grieksακμάζω
Italiaansprosperare
Katalaansprosperar
Nederlandsbloeien; floreren; gedijen; tieren; vooruitkomen; welvaren
Poolspowodzić się; prosperować
Portugeesprosperar
Saterfriesdäie; gelinge; glukje; roakje; tiegje
Spaansprosperar