Information du mot stuit (afrikaans → espéranto: haltigi)

Parti du discoursverbe
Prononciation/stœɪ̯t/
Césurestuit

Conjugaison

PrésentPassé
stuit-
Participe présentParticipe passé
stuitendegestuit

Exemples d’usage

Nadat president François Hollande van Frankryk drie weke gelede besluit het om die rebelle se suidwaartse opmars te stuit, is ’n gemeganiseerde brigade van sowat 4 500 lede (meestal van die legendariese Vreemdelingelegioen), gesteun deur 12 straalvegters en talle helikopters, inderhaas na Mali gestuur.

Traductions

allemandanhalten; sperren; zum Stehen bringen; aufhalten
anglaisstop; stem; arrest
bas allemandstoppen
danoisstoppe
espagnolparar
espérantohaltigi
frison occidentaltsjinhâlde
frison saterlandanhoolde; brämsje; speere
italienfermare
néerlandaisaanhouden; keren; staande houden; stilleggen; stilzetten; stoppen; stuiten; tegenhouden; tot staan brengen; tot stand brengen; tot stilstand brengen; doen stoppen
papiamentostòp
polonaiszatrzymać
portugaisfazer parar; reprimir