Informatie over het woord hoor (Afrikaans → Esperanto: aŭdi)

Woordsoortwerkwoord
Afbrekinghoor

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
hoor-
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
horendegehoor

Voorbeelden van gebruik

Ek het nou onlangs eers daarvan gehoor, Ken, en dit fassineer my.
Sy het gehoor Charlotte het nog ’n hele mandjie vol pannekoeke.

Vertalingen

Deenshøre
Duitshören
Engelshear
Esperantoaŭdi
Jamaicaans Creoolsier
Nederduitshöyren
Nederlandshoren