Informatie over het woord (Afrikaans → Esperanto: havi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɦɛː/
Afbreking

Vervoeging

Tegenwoordige tijdVerleden tijd
hethad, het gehad
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
hebbendegehad

Voorbeelden van gebruik

Sy verdien nie om dit langer te nie.
Ek het alles wat ek wil .
Ja, ek het reeds een.

Vertalingen

Catalaanshaver; tenir
Deenshave
Duitshaben; besitzen
Engelshave
Engels (Oudengels)habban
Esperantohavi
Faeröershava
Finsomistaa
Fransavoir
IJslandshafa
Italiaansavere
Jamaicaans Creoolshav; av
Jiddischהאָבן
Kabylischel; sɛu
Latijnhabere
Luxemburgshunn
Maleisada
Nederduitshevven; hebben
Nederlandshebben
Noorsha
Papiamentstin
Poolsmieć
Portugeester
Roemeensavea
Saterfriesbesitte; häbe
Schotshae
Spaansposeer; tener
Srananabi
Swahili‐na
Thaisมี
Tsjechischmít
Westerlauwers Frieshawwe
Zweedsha; hava