Informasie oor die woord maar (Afrikaans → Esperanto: nur)

Sinonieme: net, slegs

Woordsoortbywoord
Uitspraak/mɑːr/
Afbrekingmaar

Voorbeelde van gebruik

Hy was maar 59 jaar oud.
In daardie dae was daar maar min teaters.

Vertalinge

Deensbare; blot; kun; da
Duitsnur
Engelsonly; but
Esperantonur; sole
Faroëesbert
Finsainoastaan; vain
Fransseulement
Hongaarscsak
Italiaansnon … che; soltanto
Jamaikaanse Patoisonngl
Latynmodo; solum; tantum
Luxemburgseréischt
Nederduitsenkel; mar; alleyn; mär
Nederlandsenkel; maar; slechts
Papiamentsdjis; so; solamente
Poolsdopiero; tylko
Portugeesapenas; não ... mais que; só; somente
Roemeensnumai
Russiesтолько
Saterfriesalleene; bloot; oankeld
Spaanssólo; solamente
Sranankodo
Swahilitu
Sweedsbara; blott; endast
Thaiเท่านั้น
Tsjeggiesjedině; jen; jenom; pouze
Turksancak
Wes‐Friesallinnich; allinne