Nederlânsk–Frysk wurdboek

Fryske oersetting fan it Nederlânske wurd aanvoeren

Nederlânsk → Frysk
  
NederlânskFrysk (net rjochtstreeks oerset)Esperanto
(bevelen; commanderen)
befelje
oanfier
(bevoorrading)
oanfier
(gezagvoerder)
baas
;
haad
;
master
;
🔗 Wie is de aanvoerder?
(bevelhebber; bevelvoerder; commandant)
befelhawwer
;
kommandant
🔗 Geloof mij, edele aanvoerder, ik weet waarover ik spreek!
lieder
;
oanfierder
🔗 Ook de aanvoerder steeg af en kon de mening van de scout slechts bevestigen.
(hoofd; leider)
haad
;
lieder
;
oanfieder
;
sjef
;
opperhaad
(brengen; geleiden; leiden)
liede
;
🔗 Waar bestaat die queeste uit die u zo ver voert?
(dragen)
🔗 Het bleek dat er een groot aantal vissersboten voor anker lag, die alle een klein lichtje voerden.
(overbrengen; transporteren; vervoeren)
ferfiere
(houden; vasthouden; huldigen)
🔗 De Saint voerde nog een telefoongesprek, genoot van een goede lunch en reed dan naar de stad.