Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord rangschikken
Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
grado ; rango | ||
🔗 Kirdy Wook, die hoger in rang was dan Glawen, had de leiding van de patrouille. | ||
(conveniëren; gelegen komen; passen; uitkomen; voegen) | convenir ; ser conveniente | |
🔗 In die week schikt het me iedere dag. | ||
(beredderen; redderen; regelen) | arreglar | |
🔗 Een dienstmeid bracht een zilveren schaal binnen waarop twaalf rijpe vijgen lagen geschikt. |
Nederlands | Spaans | Engels |
---|---|---|
rangschikken | arreglar; disponer | arrange |
rangschikken | clase; clasificar | class |
rangschikken | disponer | dispose |
rangschikken | fila; hilera; clasificar | file |
rangschikken | ordenar | marshal |
rangschikken | fila; hilera; arreglar; ordenar | range |
rangschikken | clase; clasificar | sort |