Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aanvullen
Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(bijwerken; completeren; voleinden; invullen) | completar ; llenar | |
🔗 Het aandoen van deze haven was noodzakelijk om de voorraden vers vlees aan te vullen. | ||
(voleinding) | cumplimiento ; relleno ; suplemento | |
🔗 Laten we een paar kokosnoten verzamelen als aanvulling op ons maal van gezouten vlees. | ||
(plomberen) | empastar dientes ; emplomar | plombi |
(opvullen; opzetten) | acolchar ; rellenar | remburi |
(opvullen) | mechar ; rellenar | |
obturar | obturi | |
(dempen; stoppen; vólmaken) | llenar | |
🔗 Hij vulde de roemers en ging weer zitten. |