Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aanstoken
| Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
|---|---|---|
| (ophitsen; prikkelen; opstoken; opjutten) | acuciar ; incitar | |
| (ophitser; opstoker) | instigador | |
| (branden) | destilar | |
🔗 Het aantal doden door het drinken van illegaal gestookte drank in India is opgelopen tot meer dan 150. | ||
| (in brand steken; ontsteken; opsteken) | encender | |
calentar | ||
calefacción | ||
🔗 Het was noodzakelijk de voorraad hout op peil te houden, zowel voor keukengebruik als voor het stoken van de traanovens. | ||