Nederlands–Spaans woordenboek

Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aansteker

Nederlands → Spaans
  
NederlandsSpaans (indirect vertaald)Esperanto
encendedor
;
mechero
🔗 Wie heeft er een aansteker?
(aanmaken; doen ontbranden; in brand steken; ontsteken; opsteken)
encender
🔗 James Bond had zijn sigaret al aangestoken.
(ontsteken)
encender
eklumigi
(besmetten; infecteren; verpesten)
infectar
(besmetten; infecteren)
contagiar
alumbrar
;
encender
;
iluminar
encendedor de gas