Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aanstekelijk
Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(besmettelijk) | contagioso | |
(besmettelijk) | contagioso | |
(aanmaken; doen ontbranden; in brand steken; ontsteken; opsteken) | encender | |
🔗 James Bond had zijn sigaret al aangestoken. | ||
(ontsteken) | encender | eklumigi |
(besmetten; infecteren; verpesten) | infectar | |
(besmetten; infecteren) | contagiar | |
alumbrar ; encender ; iluminar |