Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aanleren
Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(leren) | aprender | |
(bijbrengen; onderrichten; onderwijs geven; onderwijzen) | enseñar ; instruir | |
🔗 En zou je me dan magie leren? | ||
(aanleren) | aprender | |
🔗 Ik moet hun taal leren spreken. | ||
(onderwijzen) | enseñar | |
🔗 We zullen hem leren dat men in dit land zachtmoedig en aardig tegen zijn naaste moet zijn! | ||
(lederen) | duro | |
🔗 Een lang zwaard hing in een leren schede aan zijn gordel. |