Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aangorden
Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(zich opmaken; zich voorbereiden; zich prepareren; zijn voorbereidingen treffen) | disponerse ; prepararse | |
🔗 Laten we ons aangorden voor onze taak en niet meer wenen! |
Nederlands | Spaans | Engels |
---|---|---|
aangorden | aprestar; ceñir; dotar; encerrar; rodear | gird |