Nederlands–Spaans woordenboek
Spaanse vertaling van het Nederlandse woord aangezicht
Nederlands | Spaans (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aanschijn; gelaat; gezicht; toet) | cara ; rostro | |
🔗 Hoe lang ik, met het parelende zweet der vermoeidheid op het aangezicht, had gedraafd, dit weet ik niet. | ||
(air; uitzicht) | aires ; aspecto ; semblante | |
🔗 Zijn gezicht stond ernstig. | ||
(zicht; zien) | ||
(aangezicht; aanschijn; facie; gelaat; porem; toet; ponem) | cara ; rostro | |
🔗 Hij herkende enkele gezichten. | ||
(droombeeld; droomgezicht; visioen) | aparición ; visión |