Nederlands–Oudengels woordenboek
Oudengelse vertaling van het Nederlandse woord aanzien
Nederlands | Engels (Oudengels) (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(aanblik; air; aspect; uiterlijk; vóórkomen) | ansien | |
🔗 Ik ken hem slechts van aanzien. | ||
(eminent; prominent; voornáám; notabel) | ænlic | |
🔗 Het genootschap telde de aanzienlijkste magiërs van de streek. | ||
seon | ||
🔗 Het was of wij ziende blind waren. |