Nederlands–Oudengels woordenboek
Oudengelse vertaling van het Nederlandse woord aanrichten
Nederlands | Engels (Oudengels) (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(berokkenen; flikken; teweegbrengen; veroorzaken; ten gevolge hebben; zorgen voor; bezorgen) | gedon | |
🔗 Het lijkt erop dat de tsoenami in Noord‐ en Zuid‐Amerika weinig schade heeft aangericht. |